Uitleg voor kinderen tot 11
Je vader of moeder heeft je verteld, dat je naar een kinderpsycholoog gaat.
Weet je ook waarom?
Kinderen gaan naar een kinderpsycholoog als hun vader of moeder zich zorgen maken.
Omdat die kinderen ergens heel bang voor zijn. Of vaak boos zijn of verdrietig. Soms gaat het op school niet goed. Of ze hebben te weinig vrienden. Of het is nog iets anders.
Een kinderpsycholoog vraagt eerst waarom je bent gekomen. En luistert naar iedereen.
Daarna vraagt de kinderpsycholoog wat je zelf wilt. Wil je dat sommige dingen niet meer gebeuren? Of wil je ergens bij geholpen worden? Wil je iets beter kunnen? Misschien wil je wel helemaal niets. Dat kun je dan zeggen. Bedenk maar vast wat je gaat vertellen.
Met je vader of moeder (of allebei) gaat de kinderpsycholoog nog een keer praten. En dan wordt er een plan gemaakt.
Sommige kinderen komen daarna een paar keer praten.
De kinderpsycholoog luistert, maar kan je ook slimme trucs leren en goede ideeën geven. Andere kinderen worden getest, dan doe je verschillende opdrachten. Dan weet de kinderpsycholoog beter wat voor kind jij bent.
Maar soms praat de kinderpsycholoog juist vaak met vaders en moeders.
Meestal gaat het daarna beter met die kinderen. En dan is het afgelopen. Dan geven we elkaar een hand en zeggen we: misschien tot nooit. Maar als het nodig is, kun je gewoon terugkomen, want dan kennen we elkaar al.